Herdenking boerinnenprotest

Op maandagavond 12 februari, een jaar na het grote boerinnenprotest in het Krabbegat, hebben we dit belangrijke moment als stichting samen met de boerinnen herdacht. Op de plek waar een jaar geleden het protest plaatsvond sprak om 23:11 Michiel Besters (voorzitter van Stichting Anton van Duinkerken Nu) de boerinnen toe om ze een hart onder de riem te steken. Daarna werd er symbolisch een Verdediging van Carnaval in zakformaat overhandigd aan de boerinnen en zijn we samen verder gaan dweilen. De volledige tekst van de toespraak volgt onder de foto.



Bovenste, beste boerinnen,

Namens Stichting Anton van Duinkerken Nu wil ik jullie van harte welkom heten. Mijn naam is Michiel Besters en ik ben de trotse voorzitter van de stichting die aandacht vraagt voor het werk en leven van deze markante Bergenaar.
Wij zijn vereerd dat jullie in zulke groten getale aanwezig zijn om samen met ons stil willen staan bij de historische gebeurtenis van jullie boerinnenprotest tijdens de vastenavend van 2023, op deze plek. In onze ogen markeert het boerinnenprotest een onomkeerbaar punt in tijd. Graag zou ik een aantal woorden tot jullie richten om deze historische gebeurtenis een jaar nadien te herdenken. Dit is onze manier om jullie een hart onder de riem te steken.
Zoals wij vorig jaar in onze steunbrief hebben geschreven, wij vinden het belangrijk om het publieke debat te steunen over inclusiviteit en diversiteit. Wij vinden hiervoor een directe verwijzing in de publieke persoon die Anton van Duinkerken was. Hij was iemand met een scherpe pen en een open vizier.
Wie naar Van Duinkerken kijkt vanuit onze tijd kan hem zonder meer een zeker conservatisme toedichten, in de zin dat hij een katholiek baken vormt in onze onttoverde en ontzuilde wereld. Wie echter een poging waagt om Van Duinkerken te zien binnen zijn eigen tijd en dit vertaalt naar onze tijd ziet hem veeleer als een katholiek figuur met een uiterst progressief en links profiel. Iemand met een emancipatorische grondhouding.
Van Duinkerken opent zijn Verdediging van Carnaval met de volgende, bekende woorden: Carnaval is een feest dat nimmer vergaat dan met de mens. Deze woorden gebruikt Van Duinkerken om de aandacht te vestigen op de historische continuïteit van het carnavalsfeest. Wie de zin nog een keer leest blijft hangen op een ander woord dat een ogenschijnlijk vanzelfsprekende betekenis heeft: Vastenavend is een feest dat nimmer vergaat dan met de mens. Wie is deze mens?
Het ligt voor de hand om hier een historisch antwoord te zoeken. De historicus zal bijvoorbeeld antwoorden dat de gekerstende versie van het carnavalsfeest sporen bevat van inwijdingsriten van cultische mannenbonden uit de voorchristelijke Germaanse samenleving. De jongens die het inwijdingsritueel ondergaan leren de gewoontes en tradities kennen van de stam en worden op die manier lid van een geheim mannenbond. Met alle privileges van dien.

Echter, met andere historische bronnen kan even goed gewezen worden op de inwijdingsriten voor meisjes. En sterker nog, in de kern is carnaval een lentefeest, een feest van de vruchtbaarheid. Vanuit een historisch oogpunt is het dus een feest waarbij de vrouw zonder meer een belangrijke rol speelt.
Tradities borgen de identiteit van het vastenavendfeest. Tradities zijn er om op te bouwen. Of beter gezegd: tradities zijn er om op voort te bouwen. Het klinkt misschien paradoxaal, maar om hetzelfde te blijven moet er beweging zijn. De burgemeester van onze stad heeft in de Vastenavendkrant dit element van vernieuwing mooi verwoord: het is de opgave om te zorgen dat het vastenavendfeest ‘aansluiting houdt met onze samenleving van vandaag en met de toekomst’. De woorden van de burgemeester zijn een krachtige steun voor de beweging waar het vorig jaar met boerinnenprotest om te doen was. En het is mooi om te zien dat de Stichting Vastenavend de handschoen heeft opgepakt.
Beste boerinnen, in het besef dat de beweging is ingezet, is het tijd om onszelf weer onder te dompelen in de leut van het vastenavendfeest. Ik begreep dat jullie dweilavond wordt voortgezet in Waggie. Dank voor jullie aandacht en veul leut nog!

Van Duinkerken in de Volkskrant

In de Volkskrant van 6 februari 2024 citeert columnist Mark van Ostaijen Verdediging van Carnaval: ‘Niet wie carnaval viert, is veroordeeld een barbaar te worden. Maar wie deze viering op zichzelve verwerpelijk acht, heeft grote kans het reeds te zijn.’ Ook het belang van maatschappelijke verbinding, dat volgens Van Duinkerken een belangrijk aspect van carnaval is, wordt in de column nogmaals onderstreept.