Open steunbrief voor Boerinneprotest Krabbegat

maandagavond 20 februari 2023, Krabbegat

In dezelfde vervoering waarmee Anton van Duinkerken tijdens de Vastenavend van 1928 tussen het hossen en zingen door zijn Verdediging van Carnaval schreef zijn wij na de boerinneprotesten op de dweilavond van 2023 aan tafel gaan zitten om deze brief op te stellen.

De vorm van de naoorlogse vastenavendviering is schatplichtig aan de moedige stellingname van Anton van Duinkerken. In 1928 schreef hij rond dit gemeenschapsfeest Verdediging van Carnaval tegen de ethische overspannenheid in het maatschappelijke debat. Bij de oprichting van Stichting Vastenavend in 1946 was het werk een inspiratiebron voor de legitimatie én het karakter bij de heruitvinding van het feest. Dit zijn de redenen geweest waarom Van Duinkerken in 1951 door prins Nilles I als krabbengeneraal werd opgenomen in de Orde van de Gouden Krab.

Voor Van Duinkerken betekende de zelfbevestiging van een gemeenschap vanuit traditie openheid voor de stem van de ander. De zelfbevestiging van een traditie zonder deze openheid zijn dode letters op papier. Gelijkend de argumentatiestijl van Van Duinkerken als linkse en progressieve katholiek mag de traditie naar buiten toe verdedigd worden, maar biedt diezelfde traditie oriëntatie om met de ander aan tafel in gesprek te gaan.

Deze openheid binnen de Bergse vastenavendtraditie kan worden gevonden in de toevalligheid van twee momenten tijdens de viering van dit jaar. Het ene is de brug die naar de verbinder Kees Becht is vernoemd en de ander is het boerinneprotest waarin de vrouwen hun stem verheffen tegen de masculiene manifestatie van de traditie; de vrouw is óf een heks óf staat aan de zijde van de Prins. Kees Becht was verbinder van de vooroorlogse en de naoorlogse vastenavendviering door het heruitvinden van het karakter binnen de continuïteit van de traditie. Op diezelfde manier pleit het boerinneprotest nu voor vernieuwing binnen nog altijd diezelfde traditie. 

De vernieuwing van de traditie kan eenvoudig worden verankerd overeenkomstig de vier lijnen die ten grondslag liggen aan de vier nieuwe standbeelden die op de Peperbus zijn geplaatst: legendarisch, mythologisch, historisch en symbolisch. Sinds 1946 heeft de vastenavend op die manier al nieuwe elementen gekregen, ook vrouwelijke. Zo lopen sinds de jaren ’50 de boerinnekes mee, werd in 1955 Wana naar het Krabbegat gehaald, en werd in 1996 het Gilde van de Blauwe Schuit opgericht met vrouwelijke bemanningsleden. Het beeldje van de geit op het Bleekveld werd in 1960 onthuld en is ook gebaseerd op het verhaal van een vrouw: Mie d’n Os. Van de meest recente toevoeging, de vier beelden op de Peperbus, is wederom de helft vrouwelijk: sint Gertrudis en de zeemeermin. 

Het plaatsen van deze vier figuren op een kerktoren, waarvan er slechts één een religieuze context kent, laat zien dat in Bergen op Zoom vastenavend heilig is. De inontvangstneming van het manifest van ‘Vrouwe vor Vastenavend’ is derhalve een geschenk dat gepaard gaat met verantwoordelijkheid; de verantwoordelijkheid om de traditie te blijven vernieuwen. 

Wij denken dat Anton van Duinkerken zijn ogen ten hemel zou slaan. Gegeven de traditie van het vastenavendfeest zoals het hic et nunc gevierd wordt, menen wij dat er geen reden is, noch kan worden gevonden om de vrouwelijk lijn nog langer in de schaduw te houden. Daarmee vinden wij dat het tijd is om een nieuwe, prominente vrouwelijke lijn toe te voegen aan de traditie en spreken hierbij onze steun uit voor het boerinneprotest.

Het bestuur van Stichting Anton van Duinkerken Nu, 

Michiel Besters (voorzitter)

Pieter Huijgens (secretaris)

Bart Nefs (penningmeester)

Marius Bakx